Aubergine met kaas en garnalen
Voor ca. 12 stuks
Ingrediënten
1 grote aubergine
Zout
75 gram bloem
Olijfolie
275 ml dikke kaassaus (zie hieronder)
Peterselie voor garnering
Kaassaus
50 gram boter
1 eetlepel bloem
275 ml warme melk
1/2 ui, fijngehakt
1 laurierblad
1 snufje nootmuskaat
75 gram geraspte kaas
1 eetlepel melk
1 eierdooier
175 gram garnalen
Zout & peper
Bereiding
Snijd de aubergine in dunne schijfjes en spreid deze uit op een dienblad. Bestrooi ze met zout en laat dit 20 minuten intrekken om de aubergine te ontvochten.
Dep de schijfjes droog met keukenpapier, wentel ze door de bloem en schud ze af.
Schenk wat olie in een grote koekenpan, zodat de hele bodem bedekt is, en verhit deze. Bak de schijfjes aubergine aan beide kanten goudbruin. Schep ze uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier. Houd ze apart.
Bereiding kaassaus
Laat de boter smelten, roer de bloem erdoor en maak een roux. Klop er geleidelijk de melk door, zodat een gladde saus ontstaat.
Voeg de ui, het laurierblad en de nootmuskaat toe. Laat de saus 20 minuten sudderen zodat de bloem gaar wordt. Haal de saus van het vuur en roer er de kaas, room, eierdooier, zout en peper door. Schep de garnalen erdoor.
Leg de schijfjes aubergine op een bakplaat. Verdeel de saus erover. Bestrooi de schijfjes met wat geraspte kaas. Bak ze goudbruin in een op 200 graden voorverwarde oven. Strooi de peterselie erover.
Aubergine heet in het Engels eggplant. Een aubergine smaakt natuurlijk niet naar ei. Het heeft z'n bijnaam te danken aan zijn vorm.